Wat kan ik er zelf aan doen?

Astma:

• Mijd ruimtes waar gerookt wordt. Laat niemand roken in ruimtes waar je vaak bent, bijvoorbeeld je eigen huis. 
• Zorg ervoor dat je altijd een inhalator bij je hebt en neem op vakantie je geneesmiddelen mee.
• Vermijd stoffen die een allergische reactie opwekken. Ben je bijvoorbeeld allergisch voor huisstofmijt? Houd dan je huis zo veel mogelijk stofvrij. Zorg in ieder geval dat de slaapkamer schoon is. Leg geen tapijt op de vloer en koop anti-allergeen beddengoed. Ventileer je huis goed om schimmels en huisstofmijt weg te houden.
• Regelmatig sporten, vermindert de kans op een aanval en vermindert ook de hevigheid van de klachten. Je conditie verbetert, het is goed voor je ademhaling en luchtwegen en voor de ontspanning. Zorg bij het sporten steeds voor een goede ‘warming up’. Niet alle sporten zijn even geschikt. Sporten die  in koude, droge lucht uitgeoefend worden (zoals ijsschaatsen, ijshockey, langlaufen), mijd je best. Adem, als het buiten koud is, liefst door je neus of draag een sjaal voor je mond en neus. De ingeademde lucht is dan minder koud en daardoor minder prikkelend voor de luchtwegen. Ook sporten met een hoge adembehoefte laat je liever aan anderen over. Overleg met uw longarts welke sporten voor jou goed zijn en hoe intensief je mag sporten.
• Neem geen aspirine of andere ontstekingsremmers zonder advies van je arts.
• Als de aanvallen door stress worden opgewekt, probeer dan ontspanningsoefeningen  te doen.

COPD:

• Als u rookt en COPD hebt, is stoppen met roken, het enige dat de verdere ontwikkeling van de ziekte kan vertragen. Vermindering van het aantal sigaretten heeft er weinig of geen effect op.
• Zorg dat uw omgeving zoveel mogelijk vrij is van rook, vervuiling, stof, vocht en koude.
• Bewegen is heel belangrijk voor mensen met COPD. Bijvoorbeeld een halfuur per dag wandelen, fietsen of zwemmen.  Als u van de inspanning kortademig wordt, moet dat u niet tegenhouden voorzichtig te blijven oefenen. Uw conditie zal altijd verbeteren.
• Laat u vaccineren tegen het griepvirus. Zo vermijd u dat dit virus ernstige verwikkelingen kan teweegbrengen.

Tips:

• Astma en COPD is meestal goed te behandelen. Geneesmiddelen kunnen astma en COPD niet echt genezen. Bij zorgvuldig gebruik van astmamedicatie kunnen de klachten wel verminderen of langdurig wegblijven. Het is ontzettend belangrijk om je medicatieschema goed vol te houden, ook al heb je een tijdje geen aanvallen meer gehad. 
• De meeste geneesmiddelen bij astma en COPD worden door inademing (inhalatie) toegediend. Correct inademen van de medicatie is zeer belangrijk. Het gebruik van een inhalator lijkt eenvoudiger dan het is. Er bestaan immers verschillende inhalatiesystemen zoals puff- en poedersystemen. Bij een dosisaërosol (puff-systeem) moet je langzaam inademen, bij een poederinhalator doe je dit juist krachtig.  Als een inhalator verkeerd gebruikt wordt, komt het grootste gedeelte van het geneesmiddel in de mond en keel terecht, en niet in de longen.  Als je meerdere inhalators moet gebruiken, kan de volgorde van inhalatie van belang zijn (bijv. eerst een bronchodilatator of luchtwegverwijder, daarna een corticosteroïd). Ook is het voor sommige inhalators belangrijk om de mond na gebruik te spoelen en het spoelwater uit te spuwen. Vraag dus steeds raad aan uw apotheker hoe je deze apparaatjes correct gebruikt.
• Meer informatie kan je vinden op de website van de Astma en Allergiekoepel  . Voor vragen over astma en allergie kan je steeds terecht op hun gratis hulplijn 0800 84 321.
  

DOSISAEROSOL:

Voor het eerste gebruik:
1. Neem het dopje van het mondstuk.
2. Het toestel goed schudden.
3. Houd het toestel rechtop met de opening onderaan.
4. Neem het toestel vast tussen duim en vinger. Verstuif 2 keer in de lucht zonder te inhaleren.
Heb je het toestel al meer dan 2 weken niet meer gebruikt moet je bovenstaande stappen opnieuw uitvoeren.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Hoe moet ik het toestel gebruiken?
1. Neem het dopje van het mondstuk.

2. Het toestel goed schudden.

3. Houd het toestel rechtop met de opening onderaan.
4. Adem volledig uit, weg van het toestel.

5. Houd het hoofd recht en plaats het mondstuk van het toestel in de mond,en omsluit het met je lippen.

6. Begin langzaam en diep in te ademen EN druk tijdens het inademen het spuitbusje in. Bij dit soort puffer is het heel belangrijk om tegelijkertijd een dosis af te vuren en in te ademen.

(Het is normaal dat je verschiet als je het spuitbusje indrukt maar je moet verder blijven inademen.)
7. Haal het toestel uit de mond en houd de adem nog 5-10 tellen in.

8. Indien je een tweede maal moet inhaleren wacht dan één minuut en herhaal stap 2-7.
9. Plaats het dopje terug op het mondstuk.
Bevat je puffer cortisonen dan moet je de mond na het inhaleren spoelen. Gorgel 2 maal en spuw het spoelwater uit.
Reinigen:
Het reinigen van het toestel doe je best na een tiental inhalaties.
- Haal het spuitbusje uit het plastiek omhulsel en verwijder het beschermdopje van het toestel.
- Spoel het plastiek omhulsel af onder warm stromend water. Het metalen busje mag NIET nat worden.
- Het toestel niet afdrogen met een handdoek, laat het zo drogen.
- Plaats het busje terug in het plastiek omhulsel als het droog is.
Bewaren:
-Bewaar het toestel op een droge, koele plaats.
Opmerkingen:
- Adem nooit in het toestel uit.
- Je kan controleren of de dosisaërosol leeg is door tegen een spiegel te puffen. Zie je geen druppels op de spiegel dan is de puffer leeg.

DOSISAEROSOL MET VOORZETKAMER:
Het voordeel van een voorzetkamer is dat men een betere inname van het geneesmiddel krijgt. Zeker bij kinderen is tegelijkertijd inademen en inhaleren niet aangewezen.

Voor het eerste gebruik:
1. Neem het dopje van het mondstuk.
2. Het toestel goed schudden.
3. Houd het toestel rechtop met de opening onderaan.
4. Neem het toestel vast tussen duim en vinger. Verstuif 2 keer in de lucht zonder te inhaleren.
Heb je het toestel al meer dan 2 weken niet meer gebruikt moet je bovenstaande stappen opnieuw uitvoeren.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Hoe moet ik het toestel gebruiken?

1. Controleer of de voorzetkamer niet beschadigd is en dat er geen delen ontbreken.

2. Neem het dopje van het mondstuk.

3. Het toestel goed schudden. Plaats de dosisaërosol in het achterstuk van de voorzetkamer.

4. Plaats het masker op je gezicht en zorg dat het goed aangesloten is. Heb je een voorzetkamer zonder masker dan neem je het mondstuk in de mond. Zorg ervoor dat je lippen het mondstuk goed omsluiten.

5. Adem rustig uit in het masker of het mondstuk en druk op de dosisaërosol bij het begin van een langzame inademing. Na een vijftal keer ademen is de voorzetkamer leeg. Kinderen laat je best een tiental keer ademen. Spuit niet meer dan één pufje tegelijk in de voorzetkamer.

6. Je moet even wachten voordat je opnieuw kan puffen (2 minuten ongeveer). Herhaal nu stap 2-6.

7. Haal de dosisaërosol van de voorzetkamer en zet het dopje er terug op. Je kunt de voorzetkamer nu reinigen. (zie verder)
Bevat je puffer cortisonen dan moet je de mond na het inhaleren spoelen. Gorgel 2 maal en spuw het spoelwater uit.

Reinigen:

- Dompel de voorzetkamer 1 keer per week in een sopje van warm water en zeep. De voorzetkamer NIET AFDROGEN, maar zo laten drogen.(bij afdrogen wordt de kamer elektrostatisch en blijft het geneesmiddel aan de binnenkant kleven.)
De puffer reinig je na een tiental inhalaties.
- Haal het spuitbusje uit het plastiek omhulsel en verwijder het beschermdopje van het toestel.
- Spoel het plastiek omhulsel af onder warm stromend water. Het metalen busje mag NIET nat worden.
- Het toestel niet afdrogen met een handdoek, laat het zo drogen.
- Plaats het busje terug in het plastiek omhulsel als het droog is.

Bewaren:
-Bewaar het toestel op een droge, koele plaats.

Opmerkingen:
- Adem nooit in het toestel uit.
- Je kunt controleren of de dosisaërosol leeg is door tegen een spiegel te puffen. Zie je geen druppels op de spiegel dan is de puffer leeg.